Rijst met vis en zeevruchten (zeevruchten paella)

Bouillon: Een goede bouillon is het fundament voor het succes van dit recept, deze speelt namelijk de hoofdrol wanneer het om smaak gaat. Bak in een grote paellapan (of wokpan) de gesnipperde ui, knoflook, ñora pepertjes en de tomaten op middelhoog vuur. Voeg vervolgens de visresten toe (vissenkoppen en dergelijke), meng goed en voeg het water en enkele strengen saffraan toe. Kook gedurende 15-20 minuten. Zeef daarna de bouillon en zet apart.

Rijst: Snijd de vis in middelgrote stukken en de inktvis in ringen. Sauteer de garnalen en langoustines met wat olijfolie in de paellapan gedurende een paar minuten op middelhoog vuur. Haal ze uit de pan en houdt ze apart. Bak vervolgens de inktvisringen en de stukjes vis met de huid naar beneden, wanneer deze van kleur veranderen, mogen ze van het vuur.

Snipper de knoflook en snijd de tomaat en verwarm in dezelfde paellapan, voeg eventueel wat extra olijfolie toe. Bak enkele minuten op een matig vuur, zet dan het vuur lager. Doe de rijst in de pan en blijf ondertussen roeren tot alle korrels lichtelijk bruin kleuren en glanzen, zo kan de sofrito gelijkmatig intrekken. Voeg 1 liter en een kwart van de hete visbouillon toe, verdeel gelijkmatig door de rijst. Corrigeer waar nodig met zout en voeg een paar saffraanstrengen toe. Zet op hoog vuur en laat gedurende 7 minuten borrelen. Verdeel in de tussentijd de stukken vis en inkvisringen over de paella. Zet de pan terug op matig vuur en laat nog ca. 10 minuten sudderen. Schik als laatst de mosselen, garnalen en langoustines op het rijstmengsel en laat nog 2 min. op het vuur staan. Controleer op dat moment of er nog een dun laagje bouillon op de bodem zit en voeg eventueel een beetje van de overgebleven hete bouillon toe. Draai het vuur uit.

De paella moet een paar minuten rusten alvorens te serveren. De rijst blijft doorgaren ook al is de pan van het vuur, zo is de paella precies gaar op het moment van opdienen (al neemt de verleiding toe tijdens de rusttijd).